Deze maand kiezen we voor een “SLAK” die zo op het eerste oog niet echt bijzonder is; hij heeft alles weg van de “gewone “ Wulk.
Toch gaat het om een echte dwarsligger en bij nadere beschouwing valt dit snel op, vooral als je daar de Wulk naast hebt.
De Neptunea angulata is namelijk “Linksdraaiend”. Het is een van de weinige soorten die deze afwijking hebben.
De Neptunea a. behoort tot de klasse Gastropoda (buikpotigen) uit de stam van mollusca (weekdieren). De naam buikpotigen is afkomstig uit het Oudgrieks: Gastro is maag of buik en Poda is poot.
Wereldwijd zijn er 60.000 tot 75.000 verschillende soorten slakken bekend.
Slakken zijn de enige weekdieren die zowel op land als in het water leven.
De meeste leven in zee, daarnaast zijn er soorten die in zoetwater leven.
Er zijn slakken met huisje en zonder huisje (de naaktslakken.)
Er zijn soorten die ademhalen door kieuwen en weer anderen ademen door longen.
Slakken zijn aaseters, planteneters en alleseters en op hun beurt worden slakken door veel dieren gegeten, inclusief door de mens.
Het meest kenmerkende aan de slakken is dat zij een enkele schelp bezitten die meestal windingen heeft (in tegenstelling tot bv. de mossel die 2 schelpen heeft).
De meeste slakken zijn tweeslachtig zij kunnen van gescheiden geslacht zijn, maar ook hermafrodiet.
De torsie is bij de meeste slakken rechtsgewonden, dit is zichtbaar aan de draairichting van de schelp. Als je het slakkenhuis met de top aan de boven zijde houdt en de mondopening naar je toe richt en deze zich aan de rechterzijde bevindt, is de schelp rechts gedraaid.
In zeer zeldzame gevallen komt het voor dat een soort zowel links- als rechtsdraaiende individuen kent. Voor de voortplanting is dat een groot probleem. Omdat de organen geheel niet op elkaar aansluiten is paring niet of nauwelijks mogelijk.
Slakken bezitten een verkalkt huisje, daardoor zijn er vele uitgestorven soorten bekend. Veelal worden slakken gebruikt als gidsfossiel waardoor de ouderdom van aardlagen kan wordt vastgesteld.
De eerste herkenbare slakken stammen uit het Cambrium (570 milj. jr. geleden)
Weer terug naar onze Neptunea angulata.
De Neptunea a. is een slakkensoort uit de familie van de Buccinidae waartoe o.a. de bekende Wulk behoort.
De wetenschappelijke naam werd in 1771 voor het eerst geldig gepubliceerd door Linnaeus.
Neptunea is een geslacht van de mollusken dat fossiel bekend is vanaf het Eoceen. Tegenwoordig telt het geslacht nog een 70 tal soorten.
De Neptunea angulata kennen we alleen als fossiele soort. In het Plioceen, zo’n 2 milj. jr. geleden, stierven zij uit. De afzettingen waarin zij voorkomen, liggen dicht aan de oppervlakte; in België bij Antwerpen en in East Anglia in Engeland.
In Nederland zijn zij alleen bekend uit grondboringen en (zeldzame) aangespoelde exemplaren van de Zeeuwse stranden (o.a. De Kaloot).
De afmetingen van de schelp:
- hoogte tot ca. 110 mm.
- breedte tot ca. 60 mm.
Het geslacht heeft een langere geologische historie in de Grote Oceaan dan in de Atlantische Oceaan. Het oudste voorkomen in de Noordzee is in het Plioceen. Men neemt aan dat aan het begin van het Plioceen het geslacht Neptunea via de Beringstraat gemigreerd is naar de Atlantische Oceaan en zich vandaar uit verder verspreid heeft.
Aan de vondsten in het sediment waarin we de Neptunea angulata aantreffen, kunnen we afleiden dat zij niet in ondiep water leefden. Dit is in overeenstemming met het voorkomen van huidige nog levende Neptunea soorten.
Alle fossielen: collectie Henk Vink
Alle foto’s: Henk Vink
Werkgroep Paleo. Kring Amersfoort.
Voor deze: Henk Vink, Harmelen.
Literatuur: Elsevier Slakkengids M.P. Kerney.
Wikipedia internet encyclopedie.
Encyclo.nl