839-tm846-ZS-DMap-NIK-versch-uitsn-1500-x-220--definitief.jpg

Fossiel van de maand: Haaientanden

Afb 1
Afb.1 Witte haai. Foto: Wikimedia.
Deze maand heb ik gekozen voor de fossiele haaientanden.
Haaientanden zijn erg populair zeker bij beginnende verzamelaars. Als je op de juiste plaatsen zoekt, zijn/waren ze eenvoudig te vinden. Zo zijn velen aan het verzamelen geslagen nadat zij een dagje strand genoten bij Cadzand in Zeeuws Vlaanderen. Zeker in de periode na januari 1996, toen daar het strand werd opgehoogd met sediment dat vlak voor de kust werd opgezogen.
Daar baggerde men door lagen die afgezet zijn in het Tertiair, een ouderdom van 2 tot 65 miljoen jaar. Deze lagen zijn zeer rijk aan fossiele haaientanden.
Problemen om de juiste ouderdom te bepalen ontstaan doordat men van bijv. de haaientanden van de stranden niet precies weet uit welke laag (periode) ze zijn opgezogen of verspoeld. Veel soorten leefden nl. door het hele Tertiair heen.

Afb 2
Afb. 2 Haaientanden en delen daarvan, Strand Cadzand. Het groene luciferkopje op de foto’s is de maatstaf.
Coll. H. Vink.
De tanden van haaien zijn nagenoeg de enige resten die fossiel bewaard zijn gebleven. Het skelet van de haai bestaat n.l. uit kraakbeen en dat vergaat, net als de rest van het lichaam. De oudst bekende tanden zijn afkomstig van haaien die ongeveer 450 miljoen jaar geleden leefden, deze treffen we in het Noordzeebekken niet aan. Het zijn dus dieren de die opkomst en ondergang van de “Dino’s” hebben overleefd.

Er leven nu nog zo’n 400 soorten haaien, van die 400 zijn er slechts 4 of 5 soorten die voor de mens gevaarlijk zijn. De meeste haaien zijn snelle gespierde dieren die een lengte van 1á 2 meter bereiken. De kleinste soort is slechts 25 cm. terwijl de grootste (de walvishaai) een lengte van 14 meter kan bereiken.

Bijna allemaal zijn het roofvissen en zij leven van gewervelde dieren zoals vissen maar ook zeezoogdieren, grote kreeftachtige en weekdieren b.v. inktvissen. Juist de grootste soorten zijn ongevaarlijk, dat zijn nl. planktoneters.

Afb 3
Afb. 3 Div. tanden van Cadzand.
Coll: H. Vink.
De haai heeft geen schubben zoals bij de beenvissen maar is bedekt met een opperhuid waarin kleine tandjes zitten. Deze tandjes zijn van hetzelfde materiaal als de grote tanden, ze worden dan ook huidtandjes genoemd. Bij het zwemmen werken ze als een soort spoilers. De gedroogde huid werd in vroeger eeuwen op de houten schepen gebruikt als schuur papier. De meeste haaien bereiken een leeftijd van 20 tot 30 jaar. Enkele soorten, zoals de Walvishaai en de Groenlandse Haai, kunnen meer dan 100 jaar worden.

Om te kunnen ademen, moeten de meeste haaiensoorten continu zwemmen om het zuurstofrijke water door hun kieuwen te laten stromen.Het drijfvermogen is afkomstig van een grote hoeveelheid olieachtige stof in de lever. De haaien hebben geen zwemblaas.

Het gezichtsvermogen is goed ontwikkeld maar hun reuk is de beste wegwijzer. Er zijn soorten die een miljoenste deel bloed opgelost in zeewater kunnen ruiken. Door dus hun neus te volgen, komen zij bij hun prooi.

Het verspreidingsgebied van haaien is wereldwijd in zeeën en oceanen, alleen de zeer koude wateren rond de polen mijden zij. Er zijn soorten die in een beperkt gebied voorkomen. De bevruchting van alle haaien geschiedt inwendig, de meeste soorten brengen de jongen levend ter wereld. Andere soorten stoten direct na de bevruchting de eieren uit en de jongen ontwikkelen dus buiten het moederlijf. De eieren zijn enkele centimeters groot en zijn omgeven door een hoornachtig vlies.

Waar het ons verzamelaars uiteindelijk om gaatis het gebit. De tanden van kraakbeenvissen zitten los in het tandvlees en zijn slechts door bindweefselvezels met de kraakbeenkaken verbonden. Gedurende het hele leven worden de tanden permanent vervangen. Aangezien een haai niet kan kauwen en een prooi letterlijk moet verscheuren, verliezen ze met grote regelmaat tanden. Dit verklaart ook mede de enorme hoeveelheid haaientanden die gevonden worden.
Afb 4
Afb. 4 Gebit Witte haai. Let op de dubbele rijen tanden.
Afb 5
Afb. 5 Carcharodon megalodon. (lip-zijde) Zuid Dakota. Deze tand is 13.5 cm. Coll: H.Vink.
Tijdens de ontwikkeling van de tanden verplaatsen zij zich in rijen, als een roltapijt, naar de randen van de kaak alwaar verloren tanden vervangen worden. De vorm van de tanden kan voor de boven en onder kaak veel verschil maken. Fossiele haaientanden werden vroeger ook wel tongstenen genoemd.Deze naam lijkt logisch, vooral als we de tanden van de Carcharocles Megalodon bekijken. De grootst bekende tand van dit dier is 17 cm.!

Deze Megalodon (groot tand) is een haaiensoort die 18 miljoen jaar geleden in het Mioceen ten tonele verscheen en een lengte van 18 meter kon bereiken.
Afb 6
Afb. 6 Omvang van de diverse soorten t.o.v. de mens. Afb. Internet encyclopedie Wikipedia.
In het Plioceen - begin Pleistoceen (2.5 miljoen jaar geleden) is hij uitgestorven. Er zijn echter recente aanwijzingen dat zij pas zo’n 20.000 jaar geleden zijn uitgestorven. Het dier domineerde de gematigde zeeën vrijwel zonder vijanden.
De verwantschap met de huidige witte haai is nauw. De Megalodon kon z’n bek tot wel 2 meter opensperren. 

Afb 7
Afb. 7 Reconstructie C. megalodon kaken. Wikipedia.
De reden van uitsterven is vermoedelijk gebrek aan voedsel door concurrentie van orka-achtigen. In het Noordzeebekken zijn de meeste tanden die aanspoelen op de Belgische kust en Nederlandse stranden van Tertiaire ouderdom. Van een 30-tal soorten haaien zijn tanden rond de monding van de Wester Schelde gevonden.

Haaientanden waren ongeveer de eerste fossielen die correct werden gedetermineerd. Met name in de 16de eeuw werd algemeen de theorie aangehangen dat de aarde zelf in haar binnenste de kracht had om objecten te vormen die grote overeenkomst hadden met levende planten en dieren.

De kleur van de tanden zegt niets over de soort, maar is bepaald door de grond waar ze terecht zijn gekomen. Zo hebben wit/gele tanden in mineraal zand gelegen, terwijl de donkere in lagen met “modder” (organisch materiaal) hebben gelegen.
Afb 8
Afb. 8 Tanden uit Fürstenau, Duitsland. Coll. H. Vink.
Afb 9
Afb. 9 Tanden uit Balegem, België. Coll. H. Vink.
Vindplaatsen van haaientanden zijn o.a. het eerder genoemde strand bij Cadzand, de Zwarte polder en het strand De Kaloot Zuid Beveland naast de kerncentrale bij Borsele. Verder kunnen ze aangetroffen worden in klei- en zandgroeves in Oost-Nederland zoals bij Miste.
Zo is bij Zwolle in de omgeving van Groenlo (in de jaren 20 van de vorige eeuw) in de toenmalige kleigroeve van de fam. Wiegerink een tand van een Megalodon gevonden die toen de grootste van Nederland was.
Ook bij het graven van het Twentekanaal in 1934 bij Delden, werden in de aardlagen die gevormd werden in het Mioceen haaientanden gevonden.
In Vlaanderen zijn talrijke kleigroeve ’s te vinden waar enorme hoeveelheden tanden zijn verzameld. Maar soms ook bij de aanleg van wegen zoals de tanden uit Balegem. Rond Antwerpen zijn bij het graven van havens, metrolijnen en tunnels tanden van de meest uiteenlopende haaiensoorten gevonden.
In een bos bij Fürstenau, in de omgeving van Osnabrück in Duitsland, is een vindplaats in een droge beekbedding, waarin massaal tanden konden worden verzameld.
Van grotere ouderdom zijn de tanden die gevonden worden in de Zuid Limburgse mergel.
Afb 10
Afb. 10 Diverse soorten tanden uit het vierde havendok bij Kalo, Antwerpen. Coll. H. Vink.
Afb 11
Afb. 11 Reconstructie onderkaak C. Megalodon. Foto: Wikimedia
Alle foto’s, indien niet anders vermeld, zijn gemaakt door de auteur.

Geraadpleegde literatuur:
Dirk Nolf   Haaien- en roggetanden uit het tertiair van België
Brussel 1986Kon.
Belgisch instituut voor nat. wetenschappen   
Ton Lindeman (eindred.)   Gids voor strandfossielen van Cadzand en Nieuwvliet-bad.
Amsterdam mei 1998
NGV afd. Amsterdam. 
H. Krul   Geologische zwerftochten
Zutphen 1969
N.V. W.J. Thieme en cie.
Div. pagina’s Wikipedia internet encyclopedie.