P4110747uitsn-levend-versch-1500-x-220.jpg

Fossiel van de Maand, Pantoffelkoraal en Hoornkoraal

Afb. 1 Hexagonaalkoraal, een echte rif bouwer. Vindplaats Ahrdorf, Duitsland.
Koraal is de verzamelnaam voor zeedieren die behoren tot de klasse van de Anthozoa (Bloemdieren).

Over het algemeen gaat het om een groep diertjes van slechts een paar mm, die door hun tentakelkrans enigszins lijken op een zeeanemoon. Deze diertjes, die men poliepen noemt, leven doorgaans in kolonies en deze zijn vaak weer onderdeel van koraalriffen.

Binnen de klasse van de Anthozoa wordt onderscheid gemaakt in twee onderklassen: de Alcyonaria en de Zoantharia. Het onderscheid is gemaakt op basis van het feit dat bij de Alcyonaria-soorten elke poliep 8 tentakels heeft en dat zij geen uitwendig skelet maken en dus zacht zijn. Bij de Zoantharia zijn de poliepen uitgerust met zes tentakels of een veelvoud daarvan en zij maken wel een uitwendig kalkskelet. Dit zijn de koralen die zorgen voor de opbouw van de koraalriffen en formaties van kalksteen. Deze rif bouwende koralen zijn dus koloniekoralen. De poliepen uit deze kolonie maken gezamenlijk een uitwendig kalkskelet. Dat gebeurt door bovenop het skelet van dode poliepen uit diezelfde kolonie een nieuw skelet te bouwen. Er zijn ook koralen die solitair leven en zij maken een eigen uitwendig kalkskelet.

Wereldwijd zijn er nu zo’n 4500 soorten bekend. Plaatselijk vormen zij grote riffen en banken. Denk hierbij aan het Groot Barrièrerif, dat het grootste ter wereld is. Het bestaat uit 2.900 individuele riffen en 900 eilanden. De lengte is 2.600 km, het beslaat een gebied van 334.400 vierkante kilometer en is daarmee ’s werelds grootste alleenstaande structuur gemaakt door levend organisme.

Koralen groeien in alle warme, schone zeeën en oceanen. In oude tijden kwamen er ook in de Middellandse Zee veel koralen voor. Er is ook een rif bouwend koraal dat in koud water gedijt, de Lophelia pertusa, die leeft op een diepte van 200 tot 2000 meter. “Koralen voeden zich op verschillende manieren. Ze ontvangen energie en bouwstoffen door middel van fotosynthese in hun symbiotische algen en door het opnemen van opgeloste stoffen uit het water”.

De voortplanting kan zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk plaats vinden. Wel is uit onderzoek gebleken dat door stress en verstoring van de leefomgeving de geslachtelijke voortplanting veel minder vaak plaats vindt, terwijl dit uitermate belangrijk is voor de genetische diversiteit van het koraal en het behoud van de koraalriffen.

Afb. 2. Hoornkoraal. Cyathophylium sp. een solitair koraal. Vindplaats: Berndorf, Vulkaan Eifel, Duitsland.

De Rugosa, ook wel de “tetracorelia” of hoornkoralen, is een orde van lang uitgestorven solitaire en koloniale koralen die overvloedig aanwezig waren in de warme zeeën van Midden-Ordovicium, het Laat-Perm. Zij overspannen ruim 300 miljoen jaar!

De naam hoornkoralen is te danken aan het feit dat een aantal van hen de vorm van een hoorn heeft. Sommige bereikten een lengte van wel 1 meter. Hoewel het geen kolonievormende koralen zijn, kom je soms hele massa’s dicht bij elkaar tegen. Dit heeft te maken met hun groeiwijze; elk individu groeit op, maar in de ruimte die tussen elk individu aanwezig is, groeien jongere individuen op. Zo kan het zijn dat in het gesteente koralen van verschillende vormen voor komen.

De Calceola sandalina is een koraal dat tot de “Rugosakoralen” behoort. Binnen de groep van Rugosakoralen zijn er een paar die opvallen door hun afwijkende vormen. De Calceola sandalina is er zo een. Hij komt wereldwijd voor in aardlagen die gevormd zijn in het Devoon. De naam “sandalina” is toepasselijk, aangezien de diepe beker de vorm van een sandaal heeft. De volksnaam is dan ook Pantoffelkoraal. De beker werd afgesloten met een deksel. De tussenschotten zijn kleiner geworden en alleen nog als kleine tanden op de rugzijde van de kelk te zien zijn.

De niet te missen bijzondere vorm en de grote geografische verspreiding maken hem wereldwijd een uitstekend gidsfossiel voor het dateren en correleren van aardlagen uit het Devoon. Binnen onze directe omgeving treffen we geen gesteente aan dat in het Devoon werd gevormd. Echter, we hoeven niet ver te gaan om enorme hoeveelheden gesteente uit die periode te vinden.  De Belgische Ardennen en het Duitse Eifelgebergte bestaan overwegend uit dat gesteente en er zijn tientallen ontsluitingen ten behoeve van wegenbouw en andere bouwactiviteiten.

Een van de vindplaatsen die wij in het verleden veel bezochten is een steengroeve in de omgeving van Berndorf. Dit is een klein dorp in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, in de Verbandsgemeinde Hildesheim en is gelegen midden in de zogenaamde Vulkaan Eifel. In deze groeve werden enorme hoeveelheden koralen gevonden en ook de Calceola sandalina kwam daar veelvuldig voor. Naast de koralen zijn er ook vele andere fossielen te vinden; zoals Zeelelies , Bryozoën en diverse soorten slakken, schelpen, Brachiopoden en Stromatoporen (sponsachtigen).

Afb. 3. Calceola sandalina, Devoon. Vindplaats: Berndorf, Vulkaan Eifel, Duitsland.
Afb. 4. Twee exemplaren Calceola sandalina. links uit Marokko, rechts uit Berndorf, Duitsland.

Over de huidige situatie in de groeve kan ik niets vermelden, maar in het hele gebied zijn nog tientallen ontsluitingen waar nog heel veel fossielen te vinden zijn. Tot slot kan ik het niet laten te wijzen op de prachtige natuur en de geologische hoogtepunten in het Vulkaan Eifel gebied. Het is allemaal zeer de moeite waard.

Afb. 5. Calceola sandalina. Berndorf, Vulkaan Eifel, Duitsland.
Afb. 6. Schetsmatige voorstelling van de Calceola sp. Uit: Ziegler: Einführung in die Paläobiologie 2.

Alle getoonde fossielen komen uit de collectie van de auteur die ook de foto’s maakte.

Gebruikte bronnen:

  • Wikipedia Internet Encyclopedie.
  • Prokop, Rudolf - Fossielen, 1994, R. en B. Lisse.
  • Richter, Andreas E. - Handbuch des Fossiliensammlers, 1991, Franckh-Kosmos Stuttgart.
  • Fraas, Eberhard - Der Petrefaktensammeler, 1910, K.G. Lutz Stuttgart, 1981, Neudrucks Franckh’sche Verlagshandlung, Stuttgart.
  • Slupik, Andre A., Ir. - Rugosa, een succesvolle groep koralen uit het verleden, GEA 2002 september. Nr. 3.