De trilobieten behoren tot de groep Arthropoda (geleedpotige dieren) en het waren hoofdzakelijk zeebewoners. De meesten leefden op de bodem maar er zijn ook enkele soorten bekend die een zwemmend bestaan leidden. De trilobieten zijn verwant aan de kreeften en insecten. Zij hadden een uitwendig skelet en net als de krabben en kreeften moesten zij om te groeien regelmatig vervellen. Het formaat van deze dieren is wisselend; van enkele mm. tot wel 70 cm.
De naam trilobiet (=drielobbige) wil zeggen dat zij in de breedte uit drie delen bestaan. Het voorste deel, het cephalon, bestaat uit één deel. Daar achter ligt het uit segmenten bestaande gedeelte dat de thorax genoemd wordt en daar achter ligt dan weer het pygidium dat vaak bestaat uit aan elkaar vergroeide segmenten. In gewoon Nederlands: kop, romp en staart. Van de trilobiet zijn meer dan 1500 geslachten bekend met vele duizenden soorten. Zij voedden zich hoofdzakelijk met velerlei voedseldeeltjes die zij uit de modder filterden.
De ogen van de trilobieten zijn ongeveer de oudst bekende ogen en net als bij de insecten waren het facetogen. Dat wil dus zeggen dat het oog is opgebouwd uit vele kleine lenzen wat weer voor een groot blikveld zorgde. Met name de Phacopida hadden heel bijzondere ogen die bestonden uit diverse grotere lenzen die los van elkaar lagen, waardoor zij in staat waren een blikveld van 360 graden te overlappen. Overigens, niet alle trilobieten hadden ogen.
De Phacops sp. (spesies = soort)
Het fossiel dat we nu tonen is een vondst die gedaan is bij Vireux aan de Maas in Noord Frankrijk. Indertijd was daar een vindplaats precies op de grens van België en Frankrijk die bekend was onder de naam Mur des Douanes. De gesteenten die hier ontsloten zijn, werden hier in het midden devoon, om precies te zijn in het Eifelien, in een ondiepe zee afgezet. Het was geen groeve in de letterlijke zin, maar een rotswand langs de weg. Daarin konden de verzamelaars zich uitleven, maar zij waren niet de enige. Met aanhangertjes kwam daar ook de plaatselijke bevolking puin halen voor onder andere verharding van tuinpaden en dergelijke. In 1991 werd de vindplaats en directe omgeving tot Geologisch reservaat verklaard en sindsdien is het verzamelen verboden. Met de werkgroep Paleontologie van de GEA-kring Amersfoort zijn we daar in het verleden diverse malen naar toe geweest en met wisselend succes. Een aantal leden van de werkgroep heeft dan ook mooie vondsten van Vireux in de collectie.Fossielen van trilobieten komen wereldwijd voor en op sommige plaatsen zijn zij ook zeer talrijk. Heel vaak gaat het hierbij om vervellingen, zeker als het om niet opgerolde exemplaren gaat, zoals op de afbeelding. Trilobieten hadden de neiging zich bij gevaar of schrik op te rollen, net als de huidige pissebedden doen. In geval van bijvoorbeeld een aardverschuiving, rolden zij zich op en werden bedekt met sediment waaruit ze zich niet meer konden bevrijden en uiteindelijk fossiliseerden.
Een belangrijk steun bij het determineren van Trilobieten zijn de ogen; deze zijn voor elke soort te gebruiken als herkenningspunt. Bij de Phacopida zijn de grote lenzen daarbij een makkelijk uitgangspunt. Toch wil dat niet altijd tot een juist resultaat leiden. Vandaar ook dat het exemplaar op de afbeelding voor de zekerheid 'sp.' meekrijgt.
Korte taxonomische indeling:
Rijk | Animalia (dieren) |
Stam | Arthropoda (geleedpotigen) |
Onderstam | Trilobitomorpha |
Klasse | Trilobita |
Orde | Phacopida |
Familie | Phacopidae |
Geslacht | Phacops |
Gebruikte bronnen
- Natuur informatie, Naturalis
- Fossielen Encyclopedie; Martin Ivanov e.a.
- Handbuch des Fossiliensammlers; Andreas E. Richter, auflage 2 1991
- Die Eifel; Hans J. Jungheim, 1996
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Trilobieten