839-tm846-ZS-DMap-NIK-versch-uitsn-1500-x-220--definitief.jpg

Fossiel van de maand: Zee-egels

Dit keer willen we jullie iets vertellen over de veel voorkomende fossielen van zee-egels.
Afbeelding 1. Zee-egel uit het krijt van Maastricht Hemipneustes striatoradiatus. Coll. Henk Vink
Afbeelding 1. Zee-egel uit het krijt van Maastricht Hemipneustes striatoradiatus. Coll. Henk Vink

Leefwijze

Eerst iets over de leefwijze van de zee-egels. We gaan er van uit dat de leefwijze ook voor fossiele soorten min of meer gelijk was aan de recente soorten. Zee-egels zijn, zoals de naam aangeeft, dieren die uitsluitend in zee leven en daar behoorlijk succesvol zijn. Al in het Ordovicium, zo’n 480 miljoen jaar geleden, leven zij op of in de bodem van de zee en nu nog steeds leven er ongeveer 800 verschillende soorten zee-egels.

Classificatie

Zee-egels behoren tot de klasse Echinoidea, evenals de zeeappels, zeeklitten en zanddollars. Deze maken op hun beurt weer deel uit  van het fylum(stam) Echinodermata, de stekelhuidigen. Tot deze stam behoren ook de zeelelies, zeesterren, zeekomkommers en slangensterren. Zij hebben met elkaar gemeen dat ze uit een 5-deling bestaan. Zeesterren bijvoorbeeld, hebben 5 armen en ook in de structuur van de zee-egels kom je die duidelijk tegen.

Kenmerken

Het zijn dieren die een huid hebben van kalkplaatjes welke weer bedekt worden door een zeer dunne opperhuid. Hierop staan stekels die door middel van een kogelgewricht worden bewogen. We hebben dus te maken met dieren met een inwendig skelet die in dat opzicht dichter bij de hoger georganiseerde gewervelde dieren staan. De zee-egels zijn meestal min of meer bol-, hart-, of schijfvormig en de mond bevindt zich aan de onderzijde.Veel soorten gebruiken de stekels om zich voortbewegen. Er zijn soorten die zich met behulp van hun stekels ingraven. Bij alle soorten hebben de stekels een beschermende functie, enkele kunnen zelfs via de stekels gif uitstoten.Tussen de stekels bevinden zich de zgn. pedicellariën. Dit zijn al dan niet kort gesteelde tangetjes die dienen om verontreinigingen door o.a. plantjes en diertjes te verwijderen om overwoekering van de huid te voorkomen. Een zee-egel heeft een gemiddelde doorsnee van 1 tot 15 cm. Er leeft nog een zee-egel die een schaal doorsnee van 30 cm heeft.

Zee-egels zijn te verdelen in 2 groepen; de regulaire en de irregulaire zee-egels.De regulaire of regelmatige zee-egel heeft 10 rijen buisvoetjes gerangschikt in 5 paren, de vorm is rond. Zij hebben een kaakapparaat dat is ingebouwd en bestaat uit wel 40 onderdelen, de zgn. lantaarn van Aristoteles. Dit is in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden geen lichtgevend orgaan. Het bevindt zich aan de onderzijde in het midden. De anus is aan de bovenzijde centrisch geplaatst, dus midden op de “bol”.
Afbeelding 2.
Afbeelding 2. Lantaarn van Aristoteles (naar More), uit themanummer GEA 1980.
Afbeelding 3.
Afbeelding 3. Doorsnede van een zee-egel (uit Top – Gidsen).
Irregulaire zee-egels zijn over het algemeen afgerond driehoekig van vorm, waarbij de mond en anus excentrisch zijn geplaatst. De buisvoetjes bevinden zich aan de bovenzijde. Zee-egels gebruiken niet allemaal het zelfde voedsel; de meeste eten plantaardig, er zijn soorten die dierlijk voedsel gebruiken en weer andere zijn afvaleters. Zij leven zowel op de zandbodem als op rotsen. De afvaleters eten sediment van de bodem, de organische deeltjes worden verteerd terwijl de onverteerbare anorganische deeltjes via de anus uit worden uitgescheiden.
Afbeelding 4.
Afbeelding 4. Phymechinus sp. regulaire zee-egel uit de Jura/Malm. Novion Porcien, Frankrijk. Coll. Henk Vink.
Afbeelding 5.
Afbeelding 5. Irregulaire zee-egels uit het Krijt van Mön, Denemarken. Coll. Henk Vink.
Afbeelding 6. Onderzijde van de irregulaire zee-egel Hemipneustes sp.
Afbeelding 6. Onderzijde van de irregulaire zee-egel Hemipneustes sp. Uit het krijt van Maastricht duidelijk zichtbaar is de excentrisch geplaatste mond en anus. Coll. Henk Vink.
Zee-egels zijn van gescheiden geslacht. Mannetjes en vrouwtjes zijn bijna nooit uiterlijk te onderscheiden. De eicellen worden in het water afgezet en bevrucht door de mannelijke zaadcellen die vrijwel gelijktijdig met de eicellen worden afgezet.
Daaruit ontstaan larven die na verschillende stadia van gedaantewisseling naar de bodem zakken om daar uit te groeien tot volwassen zee-egels.

Het Ordovicium is de periode waarin de zee-egels tot ontwikkeling kwamen. Een aantal, dat nu nog de zeeën bewonen, stammen van deze voorouders af. Uit de regulaire zee-egels ontwikkelde zich de irregulaire. Deze ontwikkeling kwam op gang aan het begin van de Trias-periode en was in de midden Jura voltooid. 
Aan het eind van het Krijt zijn een aantal soorten uitgestorven.

Fossilisatie

Afbeelding 7. Regulaire zee-egels uit Novion Porcien in het noorden van Frankrijk. De knobbels die kenmerkend zijn voor deze soorten zijn de zgn. TUBERKELS. Dit zijn als het  ware kogel gewrichtjes waarop de stekels konden bewegen.
Afbeelding 7. Regulaire zee-egels uit Novion Porcien in het noorden van Frankrijk. De knobbels die kenmerkend zijn voor deze soorten zijn de zgn. TUBERKELS. Dit zijn als het ware kogel gewrichtjes waarop de stekels konden bewegen. Coll. Henk Vink.
De zee-egel is een ideaal dier om te fossiliseren, immers, het kalk/calciet skelet is bij veel soorten hard en compact van vorm. Vooral van de zee-egel die een ingegraven bestaan leidde, zijn veel fossielen puntgaaf in het moedergesteente teruggevonden. Met name in gesteenten die werden gevormd in de Jura en het Krijt komen de zee-egels massaal voor. Bekende vindplaatsen in Nederland zijn de soms enorme afgravingen t.b.v. de cementindustrie in de Limburgse krijtheuvels.

Afbeelding 8. De Krijtrotsen van Mön.
Afbeelding 8. De Krijtrotsen van Mön zijn ideale vindplaatsen voor fossiele zee-egels. Hoewel het de Laatste jaren aanzienlijk moeilijker is geworden door de enorme aantallen geïnteresseerden.
In Europa zijn vele plaatsen waar men met een beetje geluk, op stranden en in groeven zee-egels in soorten en maten aantref. Vooral natuurlijk op stranden die tegen de kalkrotsen liggen, zoals in Noord Frankrijk, de Engelse kust, kusten van de Deense eilanden, etc.

Buiten de afgravingen in het “moeder gesteente” treffen we ook zee-egels aan in lagen sediment die werden afgezet in de ijstijd, vooral in het oosten van ons land, maar ook in sediment dat door de rivieren als de Maas en Rijn hier werd afgezet.

Afbeelding 9.
Afbeelding 9. Stuk vuursteen met daarin een zee-egel Sp. van het Deense eiland Mön. Zee-egels die daar gevonden worden zijn meestal verkiezeld.
Afbeelding 10.
Afbeelding 10. Het muntje dat de maat aangeeft is 14 mm.
Afbeelding 11. Al zijn het scherven het blijft prachtig om te zien.
Afbeelding 11. Al zijn het scherven het blijft prachtig om te zien. Krijt omgeving Wissant, Frankrijk.

Gebruikte literatuur:

  • Geheimschrift der aarde. Van der Vlerk  I.M. en Kuenen Ph.H. Uitgeverij W. de Haan Utrecht 1946?
  • Gea-magazine thema nr. G. Zuidema en Y.A. Baumfalk. Zee-egels sept.1980 
  • Zee-egels uit het Krijt en Tertiair van Raymond van der Ham e.a.Maastricht, Luik en Aken. Nat. Hist. Genootschap in Limburg. Maastricht 1987 
  • Zee-egels uit het Vuursteeneluvium Raymond van der Ham e.a. Van Hallembaye (B)  NGV 2006. Uitgave: Staringia 12 
  • Website De Belemniet Jan Weertz. Fossiele en recente zee-egels. 
  • Wikipedia Vrije Encyclopedie. Diverse items betreffende dit onderwerp.
  • Top gidsen. “Fossielen”. Mark Lambert. Uitgeverij  Helmond – Helmond 1979