Al lopend op het strand of kijkend naar een rivieroever zul je op vele plekken in de wereld zand zien glimmen, met name als het nat is. Echter ook als het droog valt blijven er opvallende glimmende delen over, vaak als randje aan de zijkant. Bij nadere inspectie blijken het daadwerkelijk glimmende zandkorrels te zijn, zogenaamde glimmers.
Glimmer of Mica is de naam voor een grote groep mineralen. Mica’s vormen een belangrijk gesteentevormend onderdeel van felsische vulkanische gesteenten, zoals graniet en ryoliet. Zij zijn te vinden in zowel diepte- als metamorfe gesteenten en ze zijn ook verspreid te vinden in vele sedimenten. Hierbij zijn biotiet en muscoviet de belangrijkste mica’s. Er bestaan echter vele andere varianten, zoals o.a. glauconiet, paragoniet, chloriet, lepidoliet, flogopiet, fuchsiet. Kenmerkend is de zeer goede splijtbaarheid van de mineralen uit deze groep.
Door zijn hoge “dielektrische en hitte-resistentie” wordt plaatjes van mica gebruikt als isolerend materiaal in elektrische apparaten of als vuurbestendig materiaal. Iedereen kent nog wel de micadeurtjes in kachels. Mica wordt, toegevoegd aan olie, gebruikt als smeermiddel. Verder is er nog het gebruik als vulmiddel.
Heel dunne plaatjes biotiet zijn doorschijnend tot ondoorzichtig. Het is vrij onstabiel en komt weinig voor in oudere sedimenten. Het komt als fijne kristallen voor in brokjes in de lava van de Vesuvius.
Afb. 5: Biotiet, doorschijnend, 20x vergroot. |
Muscoviet komt veel voor en is een algemeen gesteente vormend mineraal. Het is karakteristiek voor graniet en granitische pegmatieten. In pegmatieten kan muscoviet, geassocieerd met kwarts en veldspaat, grote kristallen vormen vaak in dikke pakketten: zogenaamde “boeken”, o.a. in Ontario, Canada. Het komt ook veel voor in metamorfe gesteenten, waarbij het de voornaamste component vormt van sommige micaschisten. Muscoviet komt samen met andere mica’s voor.
We vinden het ook in zandgesteenten wegens de verweringsbestendigheid. Muscoviet wordt ook wel “Moskousglas” genoemd of “wittemica”. Kristallen zijn plaatvormig met hexagonale omtrek. Door de grote splijtbaarheid komt muscoviet in sedimenten uitsluitend voor in de vorm van dunne plaatjes. Het is een “bladsplijter”. Muscoviet ontleent zijn naam aan het populaire “moskous glas”, een vervanging voor glas in het oude Rusland (Muscovia). Mica komt waarschijnlijk vanuit het latijn: micare = glanzen.
Afb. 6: Zand met Muscoviet, 30x vergroot. Antarctic Havn, Groenland. |
De groene, chroom houdende variëteit van muscoviet wordt Fuchsiet genoemd, terwijl de fijn schilferige variëteit met zijdeglans (in metamorf gesteente) Seriziet genoemd wordt. Veel zanden bevatten glimmers, waarbij muscoviet en daarna gevolgd door biotiet het meest voorkomend zijn. Zanden waarbij de glimmers alleen maar bestaan uit lepidoliet of fuchsiet komen niet voor.
Referenties:
- nl.m.wikipedia.org – Mica
- Schwerminerale in Farbe. M.A. Mange, H.F.W. Maurer. Enke Verlag, Stuttgart, 1991.
- Veldgids Mineralen. Ole Johnsen. KNNV Uitgeverij, Utrecht 2003.
- The 22nd edition of Mineral Science. C. Klein. John Wiley & Sons, Inc. 2002.