Wie in Frankrijk naar de Provence gaat, kan er bijna niet omheen, het okergebied is, vooral met de heerlijke warme Franse zon erop schijnend, een lust voor het oog en in één woord schitterend. Een schakering van tinten die variëren van wit tot geel, zacht oranje tot diep rood of violet, de kleur van kerrie naar zacht geel, groen en grijs-wit. Kortom, een gebied dat je gezien moet hebben als toerist, geologisch geïnteresseerde en zeker als zandverzamelaar.
Het ontstaan
Zo'n 110 miljoen jaar geleden lag er een zee in het gebied van de Provence, waarin op ondiepe delen een laag groenachtig zand werd afgezet. In dit zand, bestaand uit het kleimineraal glauconiet, zaten ook korrels kwarts en kalksteen met een hoog ijzergehalte. 100 miljoen jaar geleden trok de zee zich terug en werd de voormalige zeebodem blootgesteld aan weersinvloeden. Het natte, hete klimaat werd gekenmerkt door zware hoosbuien, waardoor de laag glauconiet oploste en uiteindelijk bijna geheel wegspoelde. Korrels zand bleven over en samen met andere mineralen kristalliseerden ze tot silicium houdende klei, kaoliniet en ijzeroxide, gele goethiet en rode hematiet. De laatste bevond zich aan de oppervlakte en vormde een korst die de kliffen beschermde tegen erosie.Bekijken we een monster onder de microscoop dan laat het hexagonale plaatjes zien, die de basis van de structuur van de kaoliniet vormen. Witte kaoliniet is de pure vorm en de gekleurde vormen zijn "vervuild" door ijzeroxiden. Er komen kleurschakeringen voor van licht geel tot violet rood. Uit sommige berichten zou blijken dat er 17 soorten (lees: kleuren) oker ontdekt zijn, terwijl anderen berichten dat het er minstens 25 zouden zijn.
Maar wat is nu precies oker? Oker is een combinatie van kaolien en ijzerhoudende kwarts, waarbij de kaolien dominant is. We kennen kaolien o.a. ook uit het grensgebied Duitsland-Tsjechië en uit Noord-West Tsjechië, maar nergens zijn daar de kleuren zo mooi en uiteenlopend als in de Luberon.
De okerwinning rondom Roussillon
Het gebied bij Rustrel is beroemd vanwege haar rijkdom aan oker. Deze oker werd geëxploiteerd sinds het einde van de 18de eeuw. In die tijd nam de vraag naar oker sterk toe vanwege het gebruik van de oker als verfstof voor textiel. De bloeiperiode duurde tot 1930. Toen waren inmiddels de synthetische kleurstoffen in opkomst.Tot aan 1930 vonden duizenden mensen werk in de talrijke okergroeven en fabrieken. Tegenwoordig is het verboden oker te delven of te verzamelen, hoewel het nog op grote schaal verkocht wordt in de (kunst-)winkeltjes, zowel in Roussillon als Rustrel. Het verbod om oker te delven is ingesteld omdat anders na verloop van tijd de okerrestanten uit de omgeving zouden (kunnen) verdwijnen, wat natuurlijk mede tot gevolg zou hebben dat de toeristen wegblijven. De oker wordt o.a. verkocht als middel om mee te schilderen of stof te kleuren of wordt aangeboden in allerlei mooi gevormde glazen flesjes en vindt zijn weg naar vele huiskamers in de hele wereld.
In Roussillon is o.a. een vrij korte wandelroute uitgezet, "le Sentier des ocres de Roussillon" waar drommen toeristen aangevoerd door vele bussen, de straten en treden naar beneden volgen in de brandende zon, zonder ook maar een blik te werpen op de borden met uitleg langs de route. Helaas heeft ook Roussillon met vandalisme te maken waardoor niet alle panelen goed te lezen waren, toen ik in 2014 het gebied bezocht.
Beter af is misschien wel de bezoeker in de voormalige groeves van Rustrel, in "Le Colorado Provençal", zoals het gebied in de volksmond wordt genoemd. Daar is het toch wat rustiger, hoewel het ingrijpend veranderd is sinds onze eerdere bezoeken, zo'n 15 tot 20 jaar geleden. In het gebied is een groot parkeerterrein met picknickbanken en tafels gekomen. Uiteraard moet er voor het parkeren worden betaald. Ook de wandelroutes zijn veranderd maar het is nog wel mogelijk om routes te combineren en er zijn nog steeds paden waar je nauwelijks andere toeristen tegenkomt. Het is en blijft een prachtig stukje natuur.
Wees er op voorbereid dat een wandeling door het okergebied je tegen wil en dank soms een blijvend aandenken bezorgt, n.l. oranje of rood gekleurde sokken en schoenen. Onze hond was zelfs lange tijd enigszins oranje gekleurd na het bezoek aan het okergebied.
Hoort alle oker in een zandverzameling thuis?
Als we uitgaan van de definitie van zand, dan is het antwoord eigenlijk nee. Zand is een afzetting, een sediment met een korrelgrootte tussen de 0.063 mm en 2.000 mm. Verzamelen we zo veel mogelijk verschillende kleuren in Rustrel of Roussillon, dan zullen we zien dat de korrelgrootte verschilt en soms fijner blijkt te zijn, dan de 0.063 mm. Toch maken de meeste zandverzamelaars een uitzondering voor de fijnere okers uit de Provence. Het is dan op z'n plaats een vermelding hiervan op het doosje te plakken. Normaliter wordt zand gezeefd, gewassen en gedroogd voordat het de verzameling in gaat. Met name de heel fijne okers kun je beter in droge staat alleen zeven waardoor ze ontdaan worden van takjes en steentjes. Ben je bang om insecteneitjes of i.d. in je verzameling te krijgen, verhit dan het zand kort in de oven. Was je het wel dan verliest het zand wat aan kleur.Helaas hadden wij geen tijd meer de voormalige okerfabriek Mathieu te bezoeken, die dienst doet als museum en een werkplaats heeft waar schoolklassen en toeristen kennis kunnen maken met kunst op het gebied van schilderen o.a. met oker gekleurde materialen. Er is (situatie 2014) nog één actieve groeve waar oker gewonnen wordt en die is in Gargas.